Golf-etiquette

• Roep altijd ‘FORE’ als je een afzwaaier slaat en denkt dat je iemand zou kunnen raken of als de bal uit zicht is. Bij twijfel uiteraard altijd roepen!  
• Kijk uit met oefenswings: maak nooit oefenswings richting andere spelers. 
• Ga schuin achter of tegenover (clubkant) van diegene staan die de bal slaat, zodat je niet geraakt kan worden of de speler hindert (b.v. in zichtveld staan bij swing). 
• Niet slaan als iemand ‘in de weg’ loopt. Loopt iemand vooruit of is er nog een speler van de vorige flight binnen bereik, nooit slaan! Bij een Par 3 hole mag je nooit afslaan voordat alle spelers van de flight voor je de green hebben verlaten. 
• Greenkeepers hebben altijd voorrang! 

• Houd je aan de kledingvoorschriften van de club waar je speelt en zet je pet af in het restaurant van het clubhuis.  
• Zet je telefoon op stil of uit en bel niet; dit hindert andere spelers in de baan. 
• Controleer je emoties. Zorg dat een medespeler nooit last heeft van je emoties (boos worden is een no-go), dit bederft het spelplezier van je medespelers. 
• Houd rekening met je medespelers; zorg dat je stilstaat als een (mede)speler slaat, ga niet in de put-lijn staan van je flightgenoot en let erop dat je schaduw niet hindert. 
• Groet elkaar op de parkeerplaats, het terras en in het clubhuis. 
• Bied na de ronde je flightgenoten een drankje aan in het clubhuis. 

• Merk altijd je ballen en zeg met welke bal je speelt alvorens af te slaan. 
• Loop in een vlot tempo tussen de slagen door. 
• Bij twijfel: sla een provisionele bal. Als je enige twijfel hebt of je jouw bal gaat terugvinden: sla een provisionele bal. Dit voorkomt het teruglopen en scheelt dus tijd. Zeg altijd met welke provisionele bal je gaat spelen alvorens deze te slaan, zodat er geen twijfel bestaat wanneer je een bal vindt (is dit nu de eerste of tweede (provisionele) bal?). 
• Zet je tas aan de goede kant bij de green: kijk goed waarheen je moet lopen naar de volgende tee en zet je tas dan aan die kant van de green. 
• Score opschrijven: doe dit op een handig moment, bijvoorbeeld op de tee van de volgende hole. Als je op of bij de green blijft staan om de scores te noteren, dan houd je de flight achter je op. 
• Doorlaten: kijk af en toe eens achterom. Mocht de flight achter je sneller zijn, laat deze dan door. Dit is geen teken van zwakte. Bij het doorlaten is het vaak goed om zelf alvast af te slaan en dan op de tee te wachten op de flight achter je en deze dan voor te laten gaan. 
• Zoek niet langer dan 3 minuten naar een bal.  
• Speel ‘Ready Golf’, zie voor tips en uitleg deze video. 
• Volg zonder discussie de aanwijzingen van de marshal op. 

• Repareer je pitchmark: repareer naast jouw eigen pitchmark ook een extra pitchmark, dit bespoedigt het herstel van de green. 
• Leg plaggen terug: leg je uit de grond geslagen plaggen terug en stamp deze goed aan. 
• Harken: hark na je bunkerslag de bunker goed en netjes aan en leg daarna de hark weer op de plek waar hij hoort. 
• Rijd niet met je buggy of trolley tussen de bunker en de green, over de voorgreen of de tee. 
• Zet je voeten niet te dicht bij de hole als je de bal eruit haalt, dit kan de hole beschadigen.